De Vlinderhof wordt een tuin vol vlinders. In het ontwerp en het beplantingplan zoeken we naar een goede leefomgeving voor vlinders.
Volwassen vlinders drinken nectar. Dus om hen naar de tuin te lokken heb je nectarplanten nodig. Een hele bekende is de buddleja, de vlinderstruik. Maar ook lavendel, hemelsleutel, herfstaster, koninginnekruid en enkelbloemige afrikaantjes zijn voorbeelden van goede nectarplanten. Met alleen al enkele nectarplanten in de tuin heb je grote kans om vlinders te zien. Je tuin is dan als het ware een kroeg voor vlinders, ze komen even wat drinken en gaan dan weer verder.
Vlinders leggen hun eitjes niet zomaar ergens. Ze leggen hun eitjes alleen op de planten waar de rups van eet, de waardplanten. En omdat rupsen kieskeurige eters zijn, die vaak maar een soort plant lusten, is de keuze beperkt. Waardplanten zijn vaak wilde planten, zoals brandnetels en klaversoorten. Maar gelukkig zijn ook sommige tuinplanten goede waardplanten, bijvoorbeeld klimop, vuilboom, hulst of hop.